Er was al het reguliere Grand-Prix circuit voor de Noord-Hollandse schaakjeugd, maar het Verheul Schager jeugdschaaktoernooi had de primeur van de Super-Grand Prix. Dat hield in: vier vierkampen voor de sterkere jeugdspelers van de provincie. De sterkste vierkamp in het Regius College, locatie Emmalaan, werd gewonnen door de elfjarige Dennis Jansma uit Monnickendam met twee punten uit drie partijen. Hij zegevierde op basis van onderling resultaat, want de Amsterdammer Matteo van Cleef behaalde ook twee punten.
Nog een primeur op het jeugdschaaktoernooi: geldprijzen. Voor de eerste twee in elke vierkamp overhandigde André Vendrig, algemeen directeur van Verheul, een envelop met inhoud. De andere veelal jongere spelers, dat waren er ongeveer honderd, kleurden net als vorig jaar de achtkampen in. Het goud in de hoogste achtkamp ging naar de elfjarige Guido Hesselingen uit Alkmaar met 5,5 punt uit zeven partijen. Hij verloor de laatste partij van Tjacko Bok van HWP Haarlem, maar dat had geen consequenties omdat runner-up Stefan van de Duijs van het Haarlemse Kennemer Combinatie ook verloor. Bok werd hierdoor tweede met vijf punten, Van de Duijs viel met 4,5 punt buiten de top drie, omdat Gagik Artunov van de organiserende vereniging Magnus Anna Paulowna Chess (Mach) evenveel punten had en het Noordkop-talent de onderlinge partij van de Haarlemmer had gewonnen.
Vorig jaar leidde dat bij Artunov tot tranen toen hij na een vergelijkbaar scenario net buiten de prijzen viel, dit jaar had de organisaties zich beter voorbereid door aanmoedigingsprijzen weg te geven. Van de Duijs kreeg zo’n beker als positief signaal richting zijn talent en dat werkte: de jongen straalde van oor tot oor dat hij toch nog, ondanks het verlies in de slotronde, naar voren mocht komen.
De organisatie kreeg verder net als vorig jaar hulp van ouders die bereid waren als tafelleider te fungeren. Dat is meer dan alleen uitslagen noteren: de krenten in de pap gedurende deze middag waren ouders en leden van Mach die na een ronde met de kinderen partijen zaten te analyseren of gewoon een potje zaten te spelen. Mogelijke tranen werden dan snel vervangen voor een lach, maar tien minuten later was er bij de kids alweer de verbeten blik. Ook bij de allerjongsten van vijf- en zesjarigen. Ze komen nog nauwelijks boven de tafel, maar het was opvallend dat juist daar in de Verheul Grand Prix de langste partijen werden gespeeld.
De allerlangste, die werden afgewerkt in de Super Grand-Prix, maar daar hadden ze ook een ruimere bedenktijd. Wat hier opviel was de rust die de spelers en speelsters (er deden weer aardig wat meisjes mee) konden opbrengen: minutenlang nadenken over een zet, zouden die kinderen doordeweeks in het klaslokaal ook zo rustig zijn? ,,Logisch dat ze zo geconcentreerd zijn, dit is hun passie”, merkte een oplettende oude op. Of zoals voorzitter en spreekstalmeester Jos Hendriks van Mach het verwoordde: de kinderen schaakten met een lach van ‘veertien centimeter breed’ of sowieso met een vergulde blik van plezier. En er was een echte meester aanwezig van wie ze het ‘echte werk’ konden leren: grootmeester Harmen Jonkman, die zijn dochters Sophia en Amelia begeleidde op het evenement. Een beeld dat beklijfde was dat van de voormalige schaakprofessional die één van zijn dochter onderwees na een partij. Die kennisoverdracht, dat is samen met het enthousiasme van de kinderen de toekomst van het schaken.